Het gevarieerde landschap biedt plaats aan een keur van planten. De meeste planten die in de Biesbosch groeien zijn aan een vochtig tot nat milieu gebonden. Bijzonder zijn onder andere de Driekantige bies en de Spindotter (getijdesoorten). De onderstaande lijst is zomaar een greep van karakteristieke planten uit de Dordtse Biesbosch en lang niet volledig. 

Grote engelwortel (Angelica archangelica) - Fluitekruid (Anthriscus sylvestris) - Grote klit (Arctium lappa) - Zwart tandzaad (Bidens frondosa) - Sterrekroos (G) (Callitriche) - Dotterbloem (Caltha palustris) - Haagwinde (Calystegia sepium) - Moeraszegge (Carex acutiformis) - IJle zegge (Carex remota) - Gewone hoornbloem (Cerastium fontanum subsp. Vulgare) - Groot heksenkruid (Circaea lutetiana) - Akkerdistel (Cirsium arvense) - Speerdistel (Cirsium vulgare) - Groot warkruid (Cuscuta europaea)* - Harig wilgeroosje (Epilobium hirsutum) - Brede wespenorchis (Epipactis helleborine) - Heermoes (Equisetum arvense) - Lidrus (Equisetum palustre) - Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum) - Moerasspirea (Filipendula ulmaria) - Hondsdraf (Glechoma hederacea) - Gewone bereklauw (Heracleum sphondylium) - Hop (Humulus lupulus)* - Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera) - Groot springzaad (Impatiens noli-tangere) - Gele lis (Iris pseudacorus) - Pitrus (Juncus effuses) - Zeegroene rus (Juncus inflexus) - Akkerkool (Lapsana communis) - Veldlathyrus (Lathyrus pratensis) - Wolfspoot (Lycopus europaeus) - Penningkruid (Lysimachia nummularia) - Grote wederik (Lysimachia vulgaris) - Grote kattestaart (Lythrum salicaria) - Watermunt (Mentha aquatica) - Veenwortel (Persicaria amphibia) - Waterpeper (Persicaria hydropiper) - Perzikkruid (Persicaria maculosa) - Groot hoefblad (Petasites hybridus) - Rietgras (Phalaris arundinacea) - Riet (Phragmites australis)* - Zwarte populier (Populus nigra) - Rivierfonteinkruid (Potamogeton nodosus)* - Schedefonteinkruid (Potamogeton pectinatus) - Gewone brunel (Prunella vulgaris) - Scherpe boterbloem (Ranunculus acris) - Speenkruid (Ranunculus ficaria) - Kruipende boterbloem (Ranunculus repens) - Gele waterkers (Rorippa amphibia) - Dauwbraam (Rubus caesius) - Veldzuring (Rumex acetosa) - Krulzuring (Rumex  crispus) - Ridderzuring (Rumex obtusifolius) - Bloedzuring (Rumex sanguineus) - Schietwilg (Salix alba) - Kraakwilg (Salix fragilis) - Katwilg (Salix viminalis) - Gewone vlier (Sambucus nigra) - Mattenbies (Schoenoplectus lacustris) - Rivierhelmkruid (Scrophularia umbrosa subsp. Umbrosa)* - Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata) - Rivierkruiskruid (Senecio fluviatilis) - Moeraskruiskruid (Senecio paludosus) - Bitterzoet (Solanum dulcamara) - Zwarte nachtschade s.l (Solanum nigrum) - Late guldenroede (Solidago gigantean) - Akkermelkdistel s.l (Sonchus arvensis) - Moerasmelkdistel (Sonchus palustris) - Moerasandoorn (Stachys palustris) - Vogelmuur (Stellaria media) - Gewone smeerwortel (Symphytum officinale) - Poelruit (Thalictrum flavum) - Klein hoefblad (Tussilago farfara) - Grote brandnetel (Urtica dioica) - Echte valeriaan (Valeriana officinalis) - Tijmereprijs (Veronica serpyllifolia) - Vogelwikke (Vicia cracca)