Botulisme(bestrijding)
Sinds 1983 houdt de Natuur- en Vogelwacht zich intensief bezig met botulismebestrijding. Deze bestrijding bestaat voornamelijk uit het preventief ruimen van kadavers (bijv. dode vissen na de paaitijd). Na uitbraak van botulisme worden de zoekacties sterk geïntensiveerd om de besmettingshaarden zo snel mogelijk weg te kunnen nemen.

Wat is botulisme?

Botuline is een door de bacterie Clostridium botulinum geproduceerde giftige stof, het is één van de sterkst werkende bacteriegiffen (toxinen) die er bestaan. Er zijn van Clostridium botulinum zeven verschillende toxinetypen bekend, die met de letters A t/m G worden aangeduid. Mens en dier bezitten voor de verschillende toxinetypen een uitéénlopende gevoeligheid. Zo is de mens gevoelig voor de toxinetypen A, B, E en F. De toxinetypen C en D zijn vooral verantwoordelijk voor het optreden van botulisme bij dieren.

   
De sporevorm van de bacterie Clostridium botulinum wordt in besmette gebieden in bodem en slik gevonden en is tevens bij de meeste vogels inactief aanwezig in het maagdarmkanaal. De bacterie behoeft op zichzelf nog geen gevaar op te leveren maar het is gebleken dat vooral de omstandigheden bepalen of er een optimale situatie ontstaat waarbij de bacterie kan groeien. Door dit groeien worden dan de zeer gevaarlijke toxinen gevormd. De omstandigheden (vier factoren) waarbij de bacterie gaat groeien zijn (Haagsma J. 1975): 
  1. De aanwezigheid van de oorzakelijke bacterie Clostridium botulinum, in voldoende concentratie in het milieu waarin bijvoorbeeld watervogels leven. 

  2. De aanwezigheid van een geschikt groeisubstraat voor Clostridium b., omdat het botulinumtoxine tijdens de groei van de bacterie wordt gevormd. (Meest­al een gebied waarin veel kada­vermateriaal aanwezig is).  

  3. De aanwezigheid van een gunstige temperatuur in het groeisubstraat. De minimumtemperatuur, waarbij nog een voldoende snelle toxinevorming plaatsvindt, is ongeveer 200 C.  

  4. De afwezigheid van zuurstof in een groeisubstraat, omdat Clostridium botulinum zich alleen onder anarobe (zuurstofloze) omstandigheden kan vermeerderen.  

Verspreiding van botulisme

Omdat de botulismebacterie zich bij de meeste vogels inactief in het maagdarmkanaal bevindt, is het duidelijk dat wanneer een vogel om de één of andere reden sterft de bacterie de kans krijgt om zich te ontwikkelen.

Sporenbacterie inactiev sporenbacterie Foto: CDI lelystad

   
Ook is het mogelijk dat de bacterie zich in het slib gevestigd heeft, alwaar hij in staat is om zich tientallen jaren in sluimerende toestand op te houden. Er is altijd wel kadavermateriaal aanwezig, in de vorm van dode vissen en andere dieren, zodat de in het bodemslib aanwezige bacterie ook daar zijn kans krijgt. De snelle verspreiding van de bacterie vindt vooral plaats door maden. Deze maden en de vliegen zelf, zijn immuun voor het type gif. Zij kunnen echter worden opgepikt door (water)­vogels of gegeten worden door andere dieren, zoals bunzingen of vissen. Deze sterven dan door het gif dat de bacterie in de made aanmaakt zodat een nieuwe gifproducerende haard ontstaat. De incubatietijd (afhankelijk van de opname van het gif) strekt zich uit van een halve dag tot een week. Trekkende of foeragerende vogels zijn dus in staat het gif over grotere afstanden te verspreiden.
 

Ziekteverschijnselen

Botulisme is een "ziekte", waarbij een specifieke voedselvergiftiging optreedt en waar vooral eenden door getroffen kunnen worden. Bij een vergiftiging met botulisme ontstaan bij dieren (afhankelijk van de besmetting) na enkele uren slik- en ademhalingsstoornissen en verlammingsverschijnselen aan de poten, de vleugels en de nek. Voor de meeste watervogels geldt dat zij op den duur door deze verlammingsverschijnselen de kop niet meer boven water kunnen houden en dus zullen verdrinken voordat zij daadwerkelijk aan de vergiftiging sterven.

 

   

Is botulisme te voorkomen?

Zoals bekend wordt botulisme als een factorenziekte beschouwd. Dit houdt in dat voor het uitbreken van botulisme aan de vier factoren voldaan moet worden. Er wordt aangenomen dat wanneer één van de factoren zou ontbreken er hoogst waarschijnlijk geen botulisme zal ontstaan. De laatste twee factoren ontstaan vooral in de zomer. De watertemperatuur loopt vanaf half juli vrijwel altijd op tot boven de 200 C. Bovendien loopt de temperatuur in  ondiepe kreken met weinig waterwisseling, afhankelijk van het aantal uren dat de zon schijnt, véél sneller en hoger op. 

   
Als laatste factor geldt het aanwezig zijn van kadavermateriaal. Veel kadavers die op het land vallen, vormen op zich geen gevaar, deze worden nl. geruimd door predatoren en aaseters zoals; Bruine kiekendief, Buizerd, Bunzing etc. Kadavers die in het water drijven zullen een langere omlooptijd hebben en vormen in de zomermaanden een potentieel gevaar. Vooral in het voorjaar zijn er, na de paaitijd, veel kadavers van vissen te vinden.
 

Preventie en bestrijding

Om botulisme te voorkomen of te minimaliseren blijven er vooralsnog maar twee factoren over. En dat is het tijdig en consequent opruimen van zoveel mogelijk (liefst al het) kadavermateriaal.

 
   

Voor de wintermaanden is dit wat minder stringent dan voor de zomermaanden. Dit houdt in dat een gebied vanaf de maand mei regelmatig doorzocht moet worden. Een belangrijke haard van besmetting ligt altijd op de loer in ondiep water waar de watertemperatuur snel kan oplopen.  

Slachtofferhulp

Voor veel nog levende, besmette, watervogels is gedurende een botulismeperiode redding niet meer mogelijk. Verkeert de besmetting zich echter in het beginstadium dan is revalidatie mogelijk, maar dan laten de vogels zich moeilijk vangen en zijn zij nog goed in staat om te vluchten. Behandeling van deze vogels in een Vogel- en zoog-dieropvang, hetgeen meestal neerkomt op "doorspoelen" van het maagdarmkanaal, kan voor sommige vogels nog redding brengen. Andere vogels verkeren in een dermate staat van besmetting dat er weinig anders mogelijk is dan ze in te laten slapen.

   

Menskracht en materiaal

Botulisme wordt nog steeds sterk onderschat. Het preventief ruimen van kadavers kan er toe bijdragen dat botulisme minder kans krijgt. Afhankelijk van de temperatuur en de aanwezigheid van veel watervogels in de rui of het aanwezig zijn van de bacterie in het slib kan er een explosieve botulisme uitbraak plaatsvinden. Veel menskracht en kennis van een gebied is nodig om bij een botulisme-uitbraak een natuurgebied goed te doorzoeken.

Goed materiaal is ook van belang. Zo is een boot met buitenboordmotor en een kano een vereiste. Verder zijn er diverse middelen nodig om op een verantwoorde manier met het kadavermateriaal om te gaan. Veel van deze inspanning komt ten laste van de Natuur- en Vogelwacht omdat sommige beheerders van natuurgebieden er nog steeds het belang niet van inzien. 

Vrijwilliger Rob Haan
   
Een natuurgebied waar honderden kadavers (vanwege ziekte) geconcentreerd bij elkaar te vinden zijn, is naar onze mening op dat moment geen natuurgebied meer. Ook al is dit gebied nauwelijks toegankelijk voor mensen.